Skip to main content

Meer over het NPLG

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) heeft als doel om een toekomstbestendig en vitaal landelijk gebied te ontwikkelen.

Achtergrond NPLG

Het NPLG bevat doelen voor natuurherstel, een robuust watersysteem en klimaatneutraliteit. Een belangrijk uitgangspunt van het NPLG is dat water en bodem sturend zijn. Dat betekent dat het watersysteem sturend moet zijn in de te nemen maatregelen, zoals de locatiekeuze bij ruimtelijke planvorming en het landgebruik dat moet passen binnen de grenzen van het natuurlijke systeem. Waterbeheerders spelen dan ook een centrale rol in de transitie in het landelijk gebied. 

 

Water en bodem sturend laten zijn betekent redeneren vanuit de eigenschappen van het systeem. Een belangrijk onderdeel van het NPLG zijn daarom de gebiedsanalyses, de analyses in de voorbereiding van de gebiedsprogramma’s. Het gebiedsprogramma geeft op hoofdlijnen een passende, gebiedsgerichte uitwerking per provincie van de NPLG doelen. De gebiedsanalyses worden gebruikt om de kenmerken van verschillende gebieden in Nederland in kaart te brengen en om de kansen en uitdagingen in deze gebieden te identificeren. Op die manier kunnen keuzes gemaakt worden die aansluiten bij water en bodem sturend. Gebiedsanalyses worden uitgevoerd door een team van experts uit verschillende disciplines, zoals natuur, water en landbouw. Er is echter geen blauwdruk voor het uitvoeren van een gebiedsanalyse. Het proces ligt niet vast en er is een grote hoeveelheid aan instrumenten en modellen beschikbaar om een gebiedsanalyse uit te voeren.

Structurerende keuzes

Het Rijk geeft richting aan de transitie van het landelijk gebied via structurerende keuzes: beleidskeuzes die de ruimtelijke strategie op hoofdlijnen vormen. Structurerende keuzes staan in het ontwikkeldocument NPLG, maar ook in de kamerbrief Water- en Bodem Sturend (WBS), de kamerbrief Toekomst Landbouw, het Beleidsprogramma Klimaat, etc. De structurerende keuzes uit WBS gelden ook voor het NPLG en omgekeerd. De keuzes dienen door provincies in samenhang in gebiedsprogramma’s te worden uitgewerkt. Bij de concretisering naar maatregelpakketten kunnen de maatregelen in verschillende programma’s landen, niet alleen in de provinciale gebiedsprogramma’s maar ook in trajecten zoals het Deltaprogramma Zoetwater, Integraal Riviermanagement, Nationaal Programma Landbouwbodems, etc. 

 

Sturende principes bij integraal werken

Naast de opgaven in het landelijk gebied zijn er andere grote opgaven als woningbouw, energietransitie en circulariteit. Het landelijk gebied is dan ook één van de drie perspectieven uit de Ruimtelijke Ordeningsbrief. Uiteindelijk moeten alle opgaven in Nederland passen. In het programma NOVEX werken alle overheden samen aan de inrichting van Nederland. Als eerste stap is duidelijk gemaakt wat de doelen en belangen zijn: wat de ruimtevragers in ons land zijn. Dit heeft geleid tot een aanpak en startpakket per provincie. Provincies zijn daarmee aan de slag om de doelen te combineren en in te passen. Daarbij gelden drie principes die aan de basis staan van de Nationale Omgevingsvisie: 

  1. voorrang geven aan meervoudig ruimtegebruik (in plaats van enkelvoudig ruimtegebruik), 
  2. het centraal stellen van gebiedskenmerken: Water en Bodem Sturend
  3. het voorkomen van ‘afwenteling’, ofwel het niet meer afschuiven van problemen en lasten op generaties na ons of op andere gebieden.

Daarnaast staat ruimtelijke kwaliteit voorop, dat is vastgelegd in het Programma MOOI Nederland. Om alles in goede banen te leiden, hebben regionale overheden een handreiking voor het gebiedsgericht werken opgesteld.